Nieuwe wet beoordeling arbeidsrelatie zzp 2025

Bij het inhuren van een zzp’er kan er sprake zijn van schijnzelfstandigheid, ook wel aangeduid als fictief dienstverband. Ter voorkoming van deze schijnzelfstandigheid bij het inhuren van een zzp’er komen er nieuwe regels voor de beoordeling van de arbeidsrelatie met een zzp’er. Het wetsvoorstel dat daarvoor is vervaardigd, heeft de naam “Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden”, in dit artikel hierna te noemen “wetsvoorstel zzp”.

Met het wetsvoorstel zzp wordt getracht meer duidelijkheid te scheppen over wanneer iemand werkt op basis van een arbeidsovereenkomst en wanneer iemand werkt als zelfstandig ondernemer. Hieronder geven wij uitleg over het nieuwe wetsvoorstel aan de hand van de informatie afkomstig uit het concept van de Memorie van toelichting en uit het concept van de wettekst van de zzp-wet. Het plan is om de nieuwe zzp-wet per 1 juli 2025 in werking te laten treden. De wijzigingen komen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Werknemer of zelfstandig ondernemer in zzp-wet

In het wetsvoorstel zzp is omschreven wanneer er sprake is van werken “in dienst van” en derhalve de arbeidsrelatie een arbeidsovereenkomst is. Dit is het geval indien:

a. De arbeid wordt verricht onder werkinhoudelijke aansturing door de werkgever, of;
b. De arbeid of de werknemer organisatorisch zijn ingebed in de organisatie van de werkgever, en;
c. De werknemer de arbeid niet voor eigen rekening en risico verricht.”

Uitleg in het kort: Een zzp’er werkt “in dienst van” indien sprake is van aansturing of van organisatorische inbedding (of beide) en de zzp’er werkt niet voor eigen rekening en risico. In een dergelijk geval is, ondanks de bedoeling van de zzp’er en de opdrachtgever, de arbeidsrelatie tussen de zzp’er en de opdrachtgever een arbeidsovereenkomst.

Sub. a. Aansturing

Onder aansturing van het wetsvoorstel zzp dient te worden verstaan: De werkgevende partij kan aan de werkende partij instructies en aanwijzingen geven over de manier waarop de werkende partij de overeengekomen werkzaamheden dient uit te voeren. De werkende partij is verplicht deze instructies op te volgen. De werkgevende partij kan de werkzaamheden van de werkende partij controleren en zo nodig aan de hand van een controle actie ondernemen, zoals het opleggen van een sanctie. De werkgevende partij heeft gezag over de werkende partij en kan toezicht houden op de werkende partij.

Instructies die niet leiden tot een gezagsverhouding zijn instructies i.v.m. de veiligheid die voor iedereen (werknemers, bezoekers, etc.) gelden op een bepaalde locatie.

Sub. b. Organisatorische inbedding

De organisatorische inbedding in het kader van het wetsvoorstel zzp houdt o.a. in dat:

  • De werkzaamheden die de werkende partij voor de werkgevende partij uitvoert, vallen onder de kernactiviteiten van de werkgevende partij, zoals het schildersbedrijf dat een schilder inhuurt en de zorginstelling die een zorgverlener inhuurt;
  • De werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden binnen het organisatorische kader van de werkgevende partij. Dit is bijvoorbeeld het geval indien: (i) De werkende partij gebruik dient te maken van werkmaterialen en gereedschappen van de werkgevende partij. (ii) De werkende partij op bepaalde tijden op de locatie van de werkgevende partij de werkzaamheden dient uit te voeren. (iii) De werkende partij bepaalde opleidingen dient te volgen die de werknemers van de werkgevende partij ook dienen te volgen;
  • De werkende partij de werkzaamheden uitvoert naast werknemers van de werkgevende partij die dezelfde werkzaamheden uitvoeren.
Sub. c. Eigen rekening en risico

De werkende partij verricht de werkzaamheden voor eigen rekening en risico indien:

  • Het financiële risico van de werkzaamheden bij de werkende partij rust, zoals het debiteurenrisico en het aansprakelijkheidsrisico. (Hierbij is niet van belang of de werkende partij voor de risico’s is verzekerd);
  • De werkende partij zelf zorg draagt voor de bedrijfsmiddelen die hij nodig heeft voor het uitvoeren van de werkzaamheden die een privé persoon niet standaard heeft. Een laptop, fiets of een normale auto vallen niet onder dergelijke bedrijfsmiddelen, maar een bestelbus bijvoorbeeld wel. De werkende partij dient investeringen te doen speciaal ten behoeve van zijn onderneming;
  • De werkende partij beschikt over bepaalde kennis, werkervaring en opleiding die niet aanwezig is bij de werkgevende partij;
  • Tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden duidelijk is dat de werkende partij een zelfstandig ondernemer is. De werkende partij draagt bijvoorbeeld niet de bedrijfskleding met het logo van de werkgevende partij;
  • De werkende partij de vrijheid heeft om een derde partij in te schakelen bij het uitvoeren van de werkzaamheden;
  • De overeenkomst voor het uitvoeren van de werkzaamheden van korte duur is.

Verhouding tussen sub. a., b. en c.

Om aan de hand van het wetsvoorstel zzp te beoordelen of er sprake is van het werken “in dienst van” en derhalve wordt gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst dient men als volgt te werk te gaan:

Beantwoording van de vraag: Is er sprake van aansturing (sub. a.) en/of is er sprake van organisatorische inbedding (sub. b.)?

Nee, dan werkt de werkende partij niet op basis van een arbeidsovereenkomst. Het is niet meer nodig te beoordelen of er sprake is van werken voor eigen rekening en risico (sub. c). De arbeidsrelatie tussen de zzp’er en de opdrachtgever is dan bijvoorbeeld een overeenkomst van opdracht of een overeenkomst tot aanneming van werk.

Ja, dan dient gekeken te worden welke elementen zwaarder wegen: Aansturing en/of organisatorische inbedding (sub. a. en b.) of werken voor eigen rekening en risico (sub. c.). Bij deze afweging zijn de volgende 3 opties mogelijk:

  1. Werken voor eigen rekening en risico weegt zwaarder dan aansturing en/of organisatorische inbedding; – Geen arbeidsovereenkomst
  2. Aansturing en/of organisatorische inbedding wegen zwaarder dan werken voor eigen rekening en risico; – Wel een arbeidsovereenkomst;
  3. Aansturing en/of organisatorische inbedding wegen even zwaar als werken voor eigen rekening en risico. – Nog geen beoordeling en er dient gekeken te worden naar aanvullende elementen, zie hieronder.
Aanvullende elementen

Indien na de afweging optie 3 van toepassing is (aansturing en/of organisatorische inbedding en werken voor eigen rekening en risico wegen even zwaar), dan dient beoordeeld te worden of de werkende partij zich in het economisch verkeer m.b.t. dezelfde werkzaamheden gedraagt als zelfstandig ondernemer. De werkende partij gedraagt zich als zelfstandig ondernemer indien de werkende partij:

  • Meerdere opdrachtgevers heeft in een jaar;
  • Investeert in zijn onderneming, bijvoorbeeld door de aanschaf van werkmaterialen en gereedschappen;
  • Zich inspant voor het werven van nieuwe opdrachtgevers en hieraan geld en/of tijd besteedt;
  • Administratief gezien een ondernemer is. De werkende partij staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en is ondernemer voor de Belastingdienst.

Rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst in zzp-wet

Naast de bovengenoemde elementen aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of de arbeidsrelatie met een zzp’er een arbeidsovereenkomst is, staat het volgende rechtsvermoeden in het wetsvoorstel zzp:

Hij die ten behoeve van een ander tegen een beloning voor die ander van ten hoogste € 32,24 per uur, arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst.”

Het bovengenoemde bedrag heeft als peildatum 1 juli 2023. Dit bedrag zal in de loop der tijd wijzigen. Het nieuwe wetsartikel in de zzp-wet betekent overigens niet dat als het uurtarief van de zzp’er hoger is dan € 32,24 er een rechtsvermoeden bestaat dat de zzp’er een zelfstandig ondernemer is.

Beoordeling arbeidsrelatie verleden, heden en toekomst

Tot op heden is op verschillende manieren getracht middels wet- en regelgeving schijnzelfstandigheid te voorkomen. Eerst was er de Verklaring arbeidsrelatie (VAR). De VAR is vervangen door de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) met de modelovereenkomsten van de Belastingdienst. Door het Deliveroo arrest vervalt per 1 januari 2024 de geldigheid van de modelovereenkomsten vrije vervanging. Bepaalde modelovereenkomsten zijn nog geldig en hebben een einddatum na de geplande inwerkingtredingsdatum van de zzp-wet. De Belastingdienst heeft kenbaar gemaakt dat de nieuwe zzp-wet geen gevolgen heeft voor de goedgekeurde modelovereenkomsten. De Wet DBA zal (waarschijnlijk) vervangen worden door het Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Na deze vervanging kan nog steeds gebruik worden gemaakt van modelovereenkomsten van de Belastingdienst die op dat moment geldig zijn.

Of de beoordeling van de arbeidsrelatie tussen een zzp’er en een opdrachtgever door de nieuwe zzp-wet er eenvoudiger op wordt, is nog maar de vraag. Doordat elementen afgewogen dienen te worden, is de nieuwe zzp-wet casuïstisch en niet heel concreet. Meerdere werkgevers en brancheorganisaties hebben zich al negatief uitgelaten over de nieuwe zzp-wet.

De inhoud van de nieuwe zzp-wet is nog niet definitief. Zodra meer bekend is over de definitieve wettekst van de zzp-wet, dan publiceren wij dat op de website.

 

author_photo

Over de auteur

mr. Mirjam Geuze info@juridische-supermarkt.nl 0516 – 427298

Specialist in

  • Contractenrecht
  • Overeenkomsten opstellen
  • Algemene voorwaarden opstellen
  • Kwaliteit
  • Maatwerk
  • Snelle levering
  • Garantie